De restauratie in 1992

In 1992 werden de laatste werkzaamheden afgerond van een ingrijpende restauratie die uitgevoerd werd door orgelmaker Henk Scheuerman (11 april 2014 op 67-jarige leeftijd overleden) uit Rotterdam. Het orgel is toen echt grondig 'aangepakt'. Een overzicht van de werkzaamheden:

a. Pedaal
Een van de belangrijkste dingen was wel het aanbrengen van een nieuw en zelfstandig pedaal. Het oude pedaalklavier werd verwijderd. Dit was nog steeds het oorspronkelijke, kleine 24-tonige pedaalklavier. (Omvang C-b0). Het oude pedaalklavier was ook nog eens ‘scheef’ onder het orgel aangebracht. Even technisch gesproken; het lag dus niet met c-klein van het pedaal onder c1 van het klavier. Bij sommige oude orgels tref je dat nog wel aan. Een voorbeeld hiervan is het orgel in de Hervormde Kerk van Kinderdijk. Ik heb daar eens gespeeld. Het is werkelijk een ramp te noemen. Normaal gesproken voel je als organist precies aan waar de pedaaltonen zich bevinden. Je hoeft, om het zo eens te zeggen, niet naar je voeten te kijken waar een toon zit. Bij zo’n ‘scheef’ pedaal ben je dat gevoel kwijt. Je moet heel erg uitkijken om geen verkeerde tonen in te trappen. Gelukkig is dat dus veranderd naar een normaal pedaal. Een zogenaamd 27-tonig pedaal. (Omvang C-d1). Hierbij is de pedaalmechaniek in oude stijl uitgevoerd. Dat wil zeggen de wellenborden en abstrakten zijn van hout gemaakt. Het nieuwe pedaalklavier is gemaakt volgens een historisch model. Op deze wijze past het, wat uiterlijk betreft, heel goed bij het oude K.M. van Puffelen orgel.

PICT1981

b. Pedaalregister
Een volgende belangrijke wijziging is dat er een aparte pedaallade/windlade werd aangebracht met daarop het register Subbas 16'. Alles gemaakt van eikenhout. Behalve de windtoevoer, die werd met loden conducten uitgevoerd. Voorheen was het pedaal aangehangen. Dat wil zeggen dat als je een pedaaltoets intrapte,  dat er dan een toets van het klavier naar beneden getrokken werd. Op deze wijze werd er geluid voortgebracht. Het pedaal zelf had geen registers. Wat opvalt is dat de Subbas 16' wat harder dan gebruikelijk werd afgesteld. Op deze wijze heeft het orgel wat meer draagkracht voor de begeleiding van de gemeentezang.

c. Pedaalkoppel
Voorheen waren de pedaaltoetsen, zoals al gezegd, verbonden met de klaviertoetsen. Omdat het pedaal nu zelfstandig is geworden (het heeft een eigen register) was de permanente verbinding met de klaviertoetsen niet meer nodig. Daarom werd er een pedaalkoppel aangebracht. Nu kan de organist zelf bepalen of de klaviertoetsen met de pedaaltoetsen mee naar beneden getrokken moeten worden.

d. Registerknoppen
Naast het klavier zijn twee nieuwe registerknoppen aangebracht. Links van het klavier zit de knop om de pedaalkoppel te bedienen. Rechts van het klavier is de knop aangebracht om de Subbas 16' te bedienen. De plaatjes op de registerknoppen zijn aangepast aan de plaatjes van de bestaande registerknoppen boven het klavier. Alles (ook de vorm van de registerknop) is dus in de stijl van Van Puffelen (1873) aangepast.

e. Bekerverlenging Trompet 8'
Tijdens deze restauratie is ook van het register Trompet 8' de bekerlengte vergroot. Dit leverde een aanmerkelijke klankverbetering op. Voor de pijp c-groot is een nieuwe beker gemaakt. De anderen zijn allemaal een plaats opgeschoven. Op deze wijze is op een eenvoudige, kosten-besparende manier de vergroting van de bekerlengte gerealiseerd. Hier en daar is de Trompet 8' ook van nieuwe tongen voorzien. Dit is gedaan om de aanspraak en het karakter beter te laten passen in het totale klankbeeld van het orgel.

f. Uitbreiding Cornet van 3 naar 4 sterk
Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat de originele Cornet 3 sterk (discant) van orgelbouwer K.M. van Puffelen niet het fraaiste exemplaar was. Beter gezegd; de Cornet van Van Puffelen was gewoon lelijk van klankkleur. Dit kwam door de ongebruikelijke samenstelling. Er is tijdens de restauratie besloten om het 3 1/5' koor van de Cornet weg te nemen. Hiervoor in de plaats is een 2 2/3' en een 1 3/5' koor gekomen. Op deze wijze is er een fraaie Cornet ontstaan die in plaats van 3 sterk nu 4 sterk is. (De helft, 2 sterk, is nog orgineel van Van Puffelen, de andere helft, ook weer 2 sterk, is nieuw). De Cornet is opnieuw geplaatst op een zogenaamde verhoogde stok.

g. Wijziging toonhoogte
Wat verder nog veranderd is, is de toonhoogte van het orgel. Deze was eerst lager, maar de absolute toonhoogte is tijdens de restauratie verhoogd naar 440 Hz. (Standaard toonhoogte voor instrumenten. Door op deze hoogte afgesteld te staan kun je gemakkelijker met andere instrumenten meespelen). Misschien wel aardig om te weten is dat het grote orgel in de St. Maartenskerk in Zaltbommel, waaraan Van Puffelen onderhoudswerkzaamheden verrichtte, ook een lagere stemming had. Het kan best zijn dat hij, geïnspireerd door dat instrument, bewust gekozen heeft voor een iets lagere toonhoogte. Het orgel dat Van Puffelen in 1863 in Waardenburg bouwde heeft ook een lagere toonhoogte. De toonhoogte is daar ongewijzigd gebleven en is nog steeds  431 Hz. We mogen er dan ook wel vanuit gaan dat het orgel in Noordeloos vroeger ook een toonhoogte had van zo rond de 431 Hz.

h. Verplaatsing tremulant
Al eerder was er op het orgel een tremulant aangebracht. Zoals ik al schreef is dat niet gebeurd door de bouwer van het orgel, Van Puffelen. Het aanbrengen van een tremulant is later gebeurd door een andere orgelbouwer die ook onderhoudswerkzaamheden verrichtte. Tijdens de restauratie is de tremulant verplaatst. Eerst was de tremulant op de uitgang van de blaasbalg gemonteerd. Nu is de tremulant gemonteerd op verbinding tussen de gedeelde windlade. (Er is een windlade voor het klavier en een windlade voor het pedaal).

i. Herintonatie pijpwerk
Als laatste is tijdens de restauratie het overgrote deel van het pijpwerk gereinigd. Dit was nodig omdat veel van het oude pijpwerk geoxideerd was. Er was een soort aanslag op het metaal gekomen. Deze aanslag beïnvloedt de zuiverheid van de toon. Toen het reinigen gebeurd was, is het gehele pijpwerk opnieuw geïntoneerd.

j. Resultaat van de restauratie
Het resultaat van de restauratie is dat orgelmaker Henk Scheuerman uit Rotterdam van het oude K.M. van Puffelen orgel een schitterend instrument heeft gemaakt. Het orgel klinkt weer als vroeger in de oude, prachtige en goed klinkende kerkruimte. Hoewel het orgel, dat nu 11 registers telt, maar nog slechts 1 klavier heeft is het toch een romantisch gekleurd instrument met verrassende mogelijkheden. De dispositie van het orgel is nu als volgt:

Manuaal (omvang C-f3):

Prestant 8'  (1873)
Bourdon 16'  (1873)
Holpijp 8'  (1873)
Viola di Gambe 8'  (C t/m B doorgeboord op Holpijp, na 1873)
Octaaf 4'  (1873)
Fluit Dolce 4'  (1873)
Octaaf 2'  (1873)
Mixtuur 2-3 sterk  (1992)
Cornet 4 sterk  (deels 1873 - deels 1992)
Trompet 8' (bas)  (1873)
Trompet 8' (discant)  (1873)

Tremulant

Pedaal (omvang C-d1): Subbas 16' (1992)

Pedaalkoppel

PICT1970

Het orgel na 1992.

Artikel: Verslag van de restauratie 1992 in De Orgelvriend van september 1993.